Door de dalende beurskoersen verdampte voor miljarden euro’s aan waarde van hun beleggingen, met als gevolg dat de financiële positie van de fondsen is verslechterd. Hierdoor is verhoging van de pensioenen voor miljoenen Nederlanders verder uit beeld geraakt en hangt de kans op kortingen nog altijd in de lucht.
Boosdoener is vooral het rentespook dat wereldwijd op de beursvloeren rondwaarde. Beleggers maakten zich erg druk over de stijgende inflatie en de mogelijke gevolgen hiervan voor het rentebeleid van centrale banken.
De Amerikaanse president Donald Trump zorgde voor extra onrust toen hij importheffingen aankondigde en een handelsoorlog leek te ontketenen.
Na vijf kwartalen met stijgende dekkingsgraden treedt er voor het eerst een kentering op. De graadmeter die aangeeft in hoeverre een fonds aan al zijn verplichtingen kan voldoen, zakte bij ABP van ruim 104 procent eind vorig jaar naar 103 procent.
Daarmee blijft de boodschap aan deelnemers van Nederlands grootste pensioenfonds ongewijzigd. “We verwachten de komende vijf jaar de pensioenen niet of nauwelijks te kunnen verhogen met de inflatie. De kans op verlaging van de pensioenen is voor de korte termijn heel klein, maar blijft voor de middellange termijn aanwezig.”
Bij zorgfonds PFZW viel de dekkingsgraad terug tot iets onder de 100 procent. Als de graadmeter van het fonds tot en met eind 2020 onder de minimaal vereiste grens van ruim 104 procent blijft, moeten de pensioenen worden verlaagd.
Metaalfondsen PME en PMT gingen met hun dekkingsgraad omlaag naar iets meer dan 100 en 101,5 procent. Ook hier is indexering voorlopig niet aan de orde en is de kans dat er op termijn gekort moet worden nog niet geweken.
BpfBOUW zag zijn financiële positie ook wat verslechteren, maar dit fonds staat er met een score van ruim 117 procent wel een stuk beter voor. BpfBOUW heeft de uitkeringen aan gepensioneerde deelnemers met ingang van dit jaar al iets opgeschroefd.